Attack Surface - Cory Doctorow

    Attack surface cory doctorow

    TL;DR - Aanrader!👍

    Attack Surface van Cory Doctorow is een cyberpunk-boek met veel actie dat lekker wegleest, en hoop geeft! Het speelt zich af in een versie van onze wereld waar de mogelijkheden van (internet)technologie zijn gedramatiseerd. De verhaallijn sluit aan op twee eerdere boeken (Little Brother en Homeland), maar je kunt het prima los lezen. Dat deed ik ook.

    Verhaal

    In reactie op terrorisme is het surveillance-industriële complex wereldwijd een (nog) belangrijker bedrijfstak geworden. Daar verdient hoofdpersoon Masha goed geld, maar met gewetensbezwaren. Want ze weet precies wat voor effect haar werk heeft op de mensen die zij in de gaten houdt.

    Het verhaal begint in een fictieve Oost-Europese republiek waar Masha overdag namens het regime de oppositie monitort. ’s Avonds zoekt ze die idealistische actievoerders juist op om ze te leren zich beter te wapenen tegen surveillance-technologie.

    Via flashbacks leren we stap-voor-stap hoe Masha in de wereld van de surveillance terecht is gekomen, en welke keuzes ze daarbij heeft gemaakt.

    Technologie (niet) uitgelegd

    In het boek gebruikt Doctorow aardig wat tech-termen. Maar deze legt hij niet uit. Zoals Ton in zijn recensie aanhaalde is dat om je te stimuleren daar zelf naar op zoek te gaan. Één fan heeft dit al gedaan, en verzameld in de Mashapedia. Zodat je snel kan opzoeken wat een ‘IMSI-catcher’ of een ‘dazzle mask’ zijn.

    Morele dilemma's

    Nadat het misloopt in Oost-Europa gaat Masha terug naar de VS om een vriendin te helpen. Een vriendin die juist opkomt tegen de bijna autoritaire combinatie van overheid en surveillance-industrie.

    Waar de eerdere twee boeken idealistisch young-adult waren, richt Doctorow zich met Attack Surface op volwassenen. In Wired legt hij uit waarom:

    “The thing adults do is confront their moral legacy. They look back on what they've done and they think about their regrets,” Doctorow says. “The ongoing process of being an adult is having been corralled into compromises and then making sense of those compromises for yourself.”

    Dat is de rode draad in het boek. Als white hat hacker (ingehuurd) binnen het overheidsapparaat heeft Masha veel foute keuzes gemaakt. Wanneer ze die onder ogen begint te zien, kan ze ook nauwlijks richting zichzelf verantwoorden.

    Sterk is hoe het boek je meeneemt in haar gedachtengang dat technologie allesbepalend is, en dat je je als burger-onder-surveillance niet aan die technologie kunt onttrekkken. Techno-utopisme, zoals Silicon Valley graag predikt, met een cynische ondertoon. Want je kunt er niet aan ontsnappen.

    Als realistische techno-optimist maakt Doctorow daar tegen het einde van het boek een punt over.

    "Technology is a tool that gives us the space to make political change. Politics are a tool we use to open the space for making better technology."

    En dat geeft niet alleen Masha hoop. Mij ook.

    Het is oorlog - Huib Modderkolk

    Foto van het boek van Huib Modderkolk

    Vorige week las ik ‘Het is oorlog maar niemand die het ziet’. Daarin neemt onderzoeksjournalist Huib Modderkolk ons mee op zijn ontdekkingsreis door de digitale wereld. Waar het nog maar draait om één ding:

    Ooit was het [internet] een uitwisselingsplek waar staten geen autoriteit hadden. Maar het grootkapitaal en de overheden hebben hun plek opgeëist. Het gaat niet langer alleen om verbinden, netwerken en communicatie. Hoe meer het internet het leven van mensen binnendringt via smart-tv, smartphone, slimme energiemeters en DigiD, des te meer gaat het over veiligheid.

    Veiligheid, hét thema van de afgelopen jaren. Met twee duidelijk gerelateerde kanten:

    1. De gebrekkige beveiliging van veel systemen. Waar veel organisaties het afgelopen decennium de wrange vruchten van plukten. Zoals Diginotar en KPN.
    2. Het professionele hacken. Waarvan Stuxnet, de Russische cyberaanval op de Oekraïne (en indirect op de Rotterdamse haven) of de geavanceerde hack van Belgacom bekende voorbeelden zijn.

    Hoe verstrekkend de Diginotar-hack wel niet had kunnen zijn vond ik opnieuw schokkend om te lezen. Net als het gebrek aan kennis bij politici en bestuurders over de basiselementen van onze digitale infrastructuur. Daar duurde het toch wat langer tot men zich realiseerde dat digitaal nu ‘best belangrijk is’.

    En nog een trapje erger was – en is – de manier waarop organisaties hacks ontkennen of onder het tapijt proberen te vegen. Of het nu KPN is, of Belgacom, imagoschade voorkomen staat voorop. En wat dat betekent voor hun klanten of de rest van het land kan ze gestolen worden. Wat dat betreft is gemeente Lochem gelukkig een positief voorbeeld: burgemeester Sebastiaan van ’t Erve deelt juist overal en met iedereen wat er bij hen precies misging:

    Lochem heeft alle onderzoeken (naar de hack, red.) openbaar gemaakt, om ervan te leren. Maar vooralsnog is deze gemeente de enige. Onverstandig, meent Van ’t Erve.

    “Denk je nou echt dat die mensen alleen Lochem kiezen om in te breken? Dat moet ook elders zijn gebeurd. Maar je hoort er alleen niets over. We delen niets met elkaar. Want als iedereen gaat vertellen hoe het bijna fout ging, dan schrikken we uiteraard verschrikkelijk met z’n allen. Daarom doen we het waarschijnlijk niet."

    Onkunde, onwil en angst voor imagoschade gaan voor ons de komende jaren gevaarlijker zijn dan hackers in achterkamertjes. Maar er is ook een positieve noot: wereldwijd blazen de hackers van de AIVD een aardig deuntje mee. 🎺

    WO I en de grote Britse fantasy-schrijvers

    Het artikel van de week is (overtuigend) ‘ From the trenches to Mordor and back: World War I and Britisch Fantasy Literature ’. Daarin gaat Iskander Rehman op zoek naar hoe de boeken van Britse fantasy-grootheden als J.R.R. Tolkien, C.S. Lewis en A.A. Milne beïnvloed zijn door de tijdsgeest. En vooral ook door hun ervaringen als Eerste Wereldoorlog-veteranen:

    Britain’s most famed 20th-century fantasy writers came of age in a complex and interstitial era.

    Zowel nationaal als internationaal broeide het:

    With the rise of other great powers such as the United States and — more menacingly — Imperial Germany, there was already a crepuscular quality to certain discussions of international affairs, and a sense that the British Empire’s power was beginning to wane. Meanwhile, domestic debates were increasingly rancorous, centered on transformational and contentious issues such as female suffrage and workers’ rights. There was widespread concern over the long-term societal and environmental impact of mass mechanization and industrialization. Edwardian literature — and fantasy literature in particular — reflected these anxieties, along with the collective sentiment that those living through the early years of the 20th century were entering a risk-laden and unpredictable age.

    Zijn WO I-ervaringen veranderden A.A. Milne’s kijk op het leven compleet:

    Milne, afflicted with post-traumatic stress, became a militant pacifist. With the gentle, unthreatening universe of Winnie the Pooh, Milne chose the path of soothing escapism, providing — as one commentator notes — a war-weary and grieving nation with a “much needed solace in a time of great sadness, a connection to the intimate wonder of childhood, and a specifically British sensibility.”

    Bij C.S. Lewis en Tolkien was de reactie anders:

    Lewis and Tolkien may have witnessed industrialized warfare in all its dark, Boschian murderousness during World War I, but neither ever doubted the justice of England’s fight for freedom — whether against the armies of the Kaiser in their youth, or against the jackbooted legions of Nazi Germany in World War II. As Lewis was to declare in a famous speech entitled “Why I am not a Pacifist,” sometimes the prospect of armed struggle was necessary, for “the art of life consists in tackling each immediate evil as well we can.”

    Aanrader!