Resize Image-shortcut voor iOS

Update: Versie 2 van de shortcut is nu beschikbaar. Daarmee stuur je de verkleinde foto direct naar je WordPress blog.

Afgelopen maand heb ik elke dag iets op dit blog geplaatst. Om dat nog iets makkelijker te maken probeer ik mijn mobiele publiceer-workflow ook te versimpelen. Een eerste stap is mijn iOS Shortcut voor het verkleinen van foto’s.

Foto’s van smartphones zijn al jaren ‘goed genoeg’. Om te delen op Instagram, Pixelfed of Flickr. Of op je eigen site. Maar doordat smartphonecamera-sensoren steeds beter zijn geworden, zijn de foto’s ook steeds groter. Die wil je verkleinen voordat je ze online deelt. Maar iOS biedt geen ingebouwde functionaliteit voor het verkleinen van afbeeldingen.

Met Shortcuts kun je dat zelf bouwen. Dat ziet er dan zo uit:

Resize image ios shortcut
  • Eerste stap is dat je een foto deelt vanuit bijvoorbeeld de iOS Foto's app (Shortcut Input).
  • Als verificatie telt de shortcut of er wel een afbeelding is ontvangen ('If Count is not 0').
  • Wanneer dat klopt wordt de gedeelde foto aan de SelectedPhoto variabele toegevoegd.
  • Kan de shortcut geen foto vinden, dan opent een iOS foto-selectiescherm en kun je zelf een foto kiezen.
  • Van die foto worden de hoogte en breedte opgehaald en in variabelen opgeslagen.
  • Vervolgens bekijkt het script of de foto breder (landschapsformaat) of hoger (portretformaat) is.
  • Op basis daarvan wordt of de breedte of de hoogte van de foto aangepast naar 1024px, met behoudt van dimensies.
  • De verkleinde foto wordt in een album opgeslagen.
  • En als dat allemaal gelukt is trilt je iPhone even.

Probeer het gerust zelf eens. De Resize Image-shortcut kun je hier downloaden.

Linklijst: 5x digitale vrijheid

‘Het internet is stuk’ is de titel van het boek van internetpionier Marleen Stikker. NRC interviewde haar:

Er is een ander internet mogelijk. Met die boodschap in het hoofd begon internetpionier Marleen Stikker vorig jaar haar eerste boek te schrijven. Want het lijkt soms alsof er geen alternatief is voor wat wij nu aantreffen als we online gaan. Alsof het inherent is aan internet dat gebruikers moeten betalen voor gratis diensten met hun privacy, alsof de privacyschandalen, het nepnieuws, de monopolies, de oplichters, de fraude, de polarisering en de manipulerende algoritmes nu eenmaal onherroepelijk bij internet horen.

Één van die manieren waarop wij betalen is via onze smart-tv’s. The Washington Post onderzocht hoe:

Ever wondered why TV sets are getting so cheap? Manufacturing efficiency plays a role. But to paraphrase political commentator James Carville, it’s the data, stupid. TVs have joined the ranks of websites, apps and credit cardsin the lucrative business of harvesting and sharing your information. Americans spend an average of 3½ hours in front of a TV each day, according to eMarketer, the market research company. Your TV records may not contain sensitive search queries or financial data, but that history is a window to your interests, personality, joys and embarrassments.

Interessante ontwikkeling is dat er meer besef lijkt te ontstaan van de mogelijk negatieve effecten van technologieën. Zoals gezichtsherkenning. In het opiniestuk ‘Gezichtsherkenning is snel aan het ontsporen’ wordt expliciet om duidelijke kaders vanuit de overheid gevraagd:

Hoe verdere wildgroei en ontsporing van gezichtsherkenning te voorkomen? Het plan dat D66 vorige week presenteerde om gezichtsherkenning door overheden grotendeels te stoppen totdat er een maatschappelijke en politieke discussie over is geweest, klinkt verstandig. Dat debat is nu namelijk nog te weinig gevoerd.

Maar discussiëren is niet genoeg. Er zou snel meer duidelijkheid moeten komen over onder welke voorwaarden bedrijven en overheden gezichten mogen herkennen en welke data ze mogen verzamelen, zoals CDA en D66 deze week in een aangenomen motie voorstelden.

Maar aangezien die regelgeving er nog lang niet is, moet je vooral als individu je eigen digitale privacy en veiligheid bewaken. Bijvoorbeeld met de producten en diensten uit TechCrunch’s Gift Guide: Essential security and privacy gifts to help protect your friends and family. (Zie ook Laat je niet Hack maken.nl)

En als je dat voor elkaar hebt kun je nog even verder dromen over een eerlijker internet.

Taal & internet volgens Gretchen McCulloch

Tijdens het forenzen zet ik vaak een podcast op. Vanochtend was dat Ezra Klein, die Gretchen McCulloch interviewde over internet en taal:

[She] is a self-described “internet linguist,” host of the podcast Lingthusiasm, and author of the recent book Because Internet: Understanding the New Rules of Language. In it, she demonstrates that the way we’ve come to speak on the internet — from emojis to exclamation points — is not random or arbitrary, but part of a broader attempt to make our written communication more vibrant, meaningful, and, genuinely human. Far from “ruining” the written English language, internet-speak, McCulloch argues, is revolutionizing language in unprecedented, and ultimately positive, ways.

In de aflevering vertelt Gretchen over het ‘founding population’-concept. Dit is overgewaaid uit de ecologie, en houdt in dat de eerste leden van een groep de grootste invloed hebben op hoe de groep zich ontwikkelt. Inclusief de normen rondom het taalgebruik.

Uit onderzoek blijkt dat nieuwe leden die toetreden tot een bestaande groep, in de eerste fase het meest ‘vatbaar’ zijn voor nieuwe woorden en uitdrukkingen van de groep. Die eerste fase duurt ongeveer ⅓de van de totale deelname van een gebruiker aan de groep. En op basis van het feit of gebruikers nog openstonden voor nieuwe woorden konden onderzoekers voorspellen hoe lang die gebruiker lid zouden blijven van de community. Boeiend!

Heb je een digitaal testament nodig?

Als je het digitaal goed voor elkaar hebt:

  • gebruik je een password manager;
  • met waar mogelijk tweefactorauthenticatie geactiveerd; en
  • heb je je back-ups op orde.

Maar heb je ook nagedacht over wat er met online accounts en websites moet gebeuren als jou iets overkomt?

Op Twitter haalde Stacy-Marie Ishmael het al aan:

I have been Extremely Online for more than 2/3rds of my life which is why I: - have a living will that specifies what to do with all my digital accounts and domains (nuke them, nuke them all) - have a mechanism for those passwords to be shared with the folks who can do the nuking

En bijna tegelijkertijd kreeg ik een gesponsorde tweet van Veiliginternetten.nl (een publiek-private samenwerking) over digitale nalatenschap voor mijn neus:

Tweet over digitale nalatenschap

Toeval…? Natuurlijk. Toch is het goed om hierover na te denken. Rick Klau deed dat ook, en hij zette op een rij wat je minimaal moet doen:

  1. Verzamel al je inlognamen en wachtwoorden op een centrale plek (password manager kuch).
  2. Geef iemand toegang tot die gegevens. (In LastPass en Dashlane kun je een emergency contact toevoegen, 1Password biedt nog niet zoiets)
  3. Genereer tweefactorauthenticatie backup codes. Die kun je ook opslaan in je password manager.
  4. Verifieer dat bovenstaande drie stappen ook echt werken.

Begin met stap 1 en 2. En duik dan stap voor stap in de verdere mogelijkheden.

Op zee

[gallery link=“file” columns=“2” size=“full” ids=“827,828,829”]

Elmine gaat podcasten, vanuit een hele duidelijke motivatie:

Ineens viel me op hoe de prestaties van de mannenschaatsers op de olympische spelen langer en prominenter op de voorpagina van nieuwssites stonden dan de prestaties van de dames. Ik las dat het aandeel van vrouwen in de media stagneert, en dat de expert in het nieuws bijna altijd een man is. En als kers op de taart kwam ik erachter dat ik mezelf gelukkig mag prijzen als een arts het op tijd herkent wanneer ik een hartaanval krijg, omdat de symptomen bij een vrouw helemaal niet lijken op het klassieke mannelijk beeld van een hartaanval.

Als tiener, twintiger en dertiger ben er ik altijd van uitgegaan dat ik een gelijkwaardige uitgangspositie had ten opzichte van mannen. De generatie van mijn moeder, en de vrouwen na haar hadden alles wel bevochten, dacht ik. En ik plukte daar toch al de vruchten van? Deels is dat ook waar.

Maar de kloof wordt niet gedicht, en is op sommige vlakken zelfs groter geworden.

Nu ik als veertiger de systematische achterstelling van de vrouw niet meer kan ontzien, voel ik me verplicht bij te dragen aan het verbeteren van het systeem. Maar hoe dan?

Ze denkt dat ze het antwoord gevonden heeft.

Verantwoordelijke algoritmen

Frank Pasquale:

Over the past decade, algorithmic accountability has become an important concern for social scientists, computer scientists, journalists, and lawyers. Exposés have sparked vibrant debates about algorithmic sentencing. Researchers have exposed tech giants showing women ads for lower-paying jobs, discriminating against the aged, deploying deceptive dark patterns to trick consumers into buying things, and manipulating users toward rabbit holes of extremist content. Public-spirited regulators have begun to address algorithmic transparency and online fairness, building on the work of legal scholars who have called for technological due process, platform neutrality, and nondiscrimination principles.

Door deze eerste golf van wetenschappelijk onderzoek (en activisme) is er breder maatschappelijk bewustzijn ontstaan, wat langzamerhand begint te leiden tot regelgeving. Mede doordat:

many members of the corporate and governmental establishment now acknowledge that data can be biased, inaccurate, or inappropriate. 

Pasquale legt uit dat de eerste golf van onderzoek pas het begin was. Daarin lag de focus op het verbeteren van bestaande systemen. Met de tweede golf wordt onderzocht of dergelijke systemen eigenlijk moeten bestaan:

For example, when it comes to facial recognition, first-wave researchers have demonstrated that all too many of these systems cannot identify minorities’ faces well. These researchers have tended to focus on making facial recognition more inclusive, ensuring that it will have a success rate as high for minorities as it is for the majority population. However, several second-wave researchers and advocates have asked: if these systems are often used for oppression or social stratification, should inclusion really be the goal? Isn’t it better to ban them, or at least ensure they are only licensed for socially productive uses?

En dat zijn dé vragen.

Pepers

Rode groene pepers roelio

Wat is CNAME Cloaking?

CNAME Cloaking is een techniek die online trackers hebben ontwikkeld om mensen die een ad blocker of content blocker hebben geïnstalleerd toch te kunnen volgen. De BBC, Arstechnica.com, The Washington Post, Liberation en Le Monde gebruiken het al.

Het werkt zo:

CNAME Cloaking (..) is used to disguise a third-party tracker as first-party tracker. In this case, they are also purposely obfuscating this behind a random subdomain, with a CNAME to a generic and unbranded domain.

Vervolgens proberen de grote trackers die algemene domeinnaam zo te registreren dat deze niet of nauwelijks naar hen herleidbaar is.

Waarom werken ad/content blockers dan niet meer?

Nu blokkeren onze content blockers bepaalde inhoud in webpagina’s op basis van een set regels. Iedere regels bevat de domeinnaam van een tracker, en iedere verwijzing naar zo’n tracking domeinnaam (bv. facebook.com/mensen_volger.js of google.com/analytics.js) in een webpagina die jij opent wordt geblokkeerd. Daardoor worden advertenties en tracking code niet geladen. En surf jij veiliger en sneller.

Maar door CNAME Cloaking:

  1. Kunnen content blockers niet achterhalen wat er gebeurt. Content blockers hebben namelijk geen toegang tot de DNS.
  2. Wordt de tracking-domeinnaam (3rd party tracker) onzichtbaar gemaakt voor jouw browser. De tracking-code 'lijkt' ingeladen te worden vanaf een subdomein van de website die jij bezoekt, waardoor het een 1st party tracker wordt.
  3. Omdat die subdomeinnamen compleet willekeurig zijn, zullen content blockers voor iedere website die dit gaat toepassen een individuele blokregel moeten opnemen. Heel veel werk. Wat websites met tracking code kunnen ondervangen door de CNAME automatisch te veranderen.
  4. Extra complicerende factor is dat content blocking API's op iOS en Android maar maximaal 50.000 en respectievelijk 30.000 blokregels ondersteunen, wat nooit genoeg zal zijn als iedereen CNAME Cloaking gaat gebruiken.

Wat nu?

Tsja, lastig. Alleen Firefox op de desktop ondersteunt nu extensies die zelf DNS queries maken. NextDNS, de schrijver van het gelinkte artikel, biedt een oplossing. En misschien leidt het er uiteindelijk toe dat we meer mogelijkheden krijgen om javascript uit te zetten? Dat zou het ook kunnen oplossen.

(Via Michael Tsai.)

Sociaal kapitaal dankzij eeuwen katholicisme?

Volgens een recente studie is de basis voor de moderne Europese democratieën gelegd door het Middeleeuwse Christendom (gratis account vereist). Nee, niet afhaken nu! Want dit wordt interessant:

Why some countries are rich and others are poor is an enduring debate in economics. Natural resources and friendly climates help only a bit. In contrast, robust political institutions and a steady rule of law seem essential. But why did these precursors evolve in just a few dozen states? One oft-cited theory, advanced by Robert Putnam of Harvard University, is that the crucial ingredient is “social capital”, the affinity people feel for members of their society whom they do not know. Proxies for this sentiment, such as blood-donation rates or propensity to return a stranger’s lost wallet, closely track GDP per person.

Volgens Putnam kan het eeuwen duren voordat sociaal kapitaal binnen een regio is opgebouwd. In Europa is dat gestimuleerd doordat de Katholieke Kerk vanaf 500 A.D. begon met het verbieden van polygamie en het trouwen met familieleden. Hierdoor moesten mannen op zoek naar vrouwen uit andere sociale verbanden, wat er uiteindelijk toe leidde dat men eerder ‘vreemden’ vertrouwde. En hoe meer eeuwen kerkelijke invloed, hoe groter dat vertrouwen:

[caption id=“attachment_810” align=“alignleft” width=“1182”] Grafiek van The Economist[/caption]

Boeiend, toch? 🤔

Maike Klip op de Design in Government conference:

It’s not about the things we make. It’s not about applications, services, registers, security layers, data, or whatever technical thing. It’s always about people. And their goal is never to visit our website.

Wat is zij toffe dingen aan het doen! 👏

Van Slack naar Rocket.chat

Ton Zylstra en collega’s zijn van Slack op Rocket.chat overgestapt. Rocket.chat is een open source alternatief voor Slack of Hipchat, dat hen een aantal voordelen biedt:

  • Ze hebben nu complete controle over hun data.
  • De kosten (voor hosting) zijn vanaf 2 gebruikers al lager dan de kosten voor hun Slack-abonnement.
  • Overheidsklanten waarvan data niet in Amerika kon worden gehosten kunnen nu ook betrokken worden via Rocket.chat kanalen.

De nadelen:

  • Bots toevoegen vereist server-side configuratie.
  • Tegenover de kostenbesparing van de staan natuurlijk de uren die het beheer van hun Rocket.chat-installatie ieder jaar zal kosten.

Zeker een interessante optie voor ieder team of kleiner bedrijf met een handige web-probeerder (is dat een woord?) in huis.

Brug in de mist

Boswandeling

[gallery link=“file” columns=“2” size=“full” ids=“793,792,791,789,790”]

Vanochtend zijn we even heerlijk buiten geweest. Schijnt gezond te zijn, maar met de prachtige herfstkleuren en de lage zon is het vooral heel mooi.

Digitale vaardigheden: wij zijn de uitzondering

Regelmatig herlees ik het internationale onderzoek van de OECD naar digitale vaardigheden, en met name Jakob Nielsen’s samenvatting en vertaling naar user experience research.

Dat laat zien hoe groot de verschillen qua digitale bekwaamheid eigenlijk zijn, en hoe belangrijk gebruikersonderzoek en het daarbij horende empathische vermogen is. Iedereen die dit leest zit waarschijnlijk op niveau 3 (de top 5-7%), maar wij zijn een uitzonderlijke groep.

Zoals Jakob Nielsen stelt:

One of usability’s most hard-earned lessons is that you are not the user. This is why it’s a disaster to guess at the users’ needs. Since designers are so different from the majority of the target audience, it’s not just irrelevant what you like or what you think is easy to use — it’s often misleading to rely on such personal preferences.

Snel samengevat

De OECD identificeerde 4 niveau’s van digitale bekwaamheid (pdf):

  • Onder niveau 1: 14% van de volwassen bevolking.
  • Niveau 1: 29% van de volwassen bevolking. Dit omvat: "Tasks typically require the use of widely available and familiar technology applications, such as email software or a web browser. There is little or no navigation required to access the information or commands required to solve the problem. The problem may be solved regardless of the respondent’s awareness and use of specific tools and functions (e.g. a sort function). The tasks involve few steps and a minimal number of operators. At the cognitive level, the respondent can readily infer the goal from the task statement; problem resolution requires the respondent to apply explicit criteria; and there are few monitoring demands (e.g. the respondent does not have to check whether he or she has used the appropriate procedure or made progress towards the solution). Identifying content and operators can be done through simple match. Only simple forms of reasoning, such as assigning items to categories, are required; there is no need to contrast or integrate information.” Bijvoorbeeld: gebruik 'Reply All' bij een e-mail. Of "Zoek alle e-mails van Jan Janssen".
  • Niveau 2: 26% van de volwassen bevolking. Wat betekent dat? “At this level, tasks typically require the use of both generic and more specific technology applications. For instance, the respondent may have to make use of a novel online form. Some navigation across pages and applications is required to solve the problem. The use of tools (e.g. a sort function) can facilitate the resolution of the problem. The task may involve multiple steps and operators. The goal of the problem may have to be defined by the respondent, though the criteria to be met are explicit. There are higher monitoring demands. Some unexpected outcomes or impasses may appear. The task may require evaluating the relevance of a set of items to discard distractors. Some integration and inferential reasoning may be needed.”
  • Niveau 3: 5% van de volwassen bevolking. “At this level, tasks typically require the use of both generic and more specific technology applications. Some navigation across pages and applications is required to solve the problem. The use of tools (e.g. a sort function) is required to make progress towards the solution. The task may involve multiple steps and operators. The goal of the problem may have to be defined by the respondent, and the criteria to be met may or may not be explicit. There are typically high monitoring demands. Unexpected outcomes and impasses are likely to occur. The task may require evaluating the relevance and reliability of information in order to discard distractors. Integration and inferential reasoning may be needed to a large extent.” Bijvoorbeeld: breng in kaart welk percentage van de e-mails van Jan Jansen over duurzaamheid ging.

Digitale vaardigheden vs. laaggeletterdheid

Digitale vaardigheden hangen voor een groot deel af van geletterdheid. En helaas is een grote groep Nederlanders laaggeletterd:

In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben zij ook moeite met digitale vaardigheden. Dat staat gelijk aan 18%, dus ongeveer 1 op de 6 mensen in Nederland.

Mede daarom is de Nationale Ombudsman actief op het dossier Digitalisering. Want:

Iedereen moet zaken kunnen doen met de overheid. De overheid is hierbij aan zet. Burgers hebben tenslotte geen keuze. Je kunt maar bij één overheid terecht. Daarom is het uitgangspunt van de Nationale ombudsman: stel burgers centraal.

Dat lijkt me een mooie uitdaging. Challenge accepted. :) 

(Ook interessant: Nederland wil de digitale koploper van Europa worden. Naar aanleiding van het bovenstaande is de vraag is meteen: “Op welke manier? Inclusief of exclusief 2,5 miljoen Nederlanders?")

Big Tech in onze wereld

In Big Tech & people: a complicated relationship of convenience beschrijft Om Malik onze moeizame relatie met technologie.

Op persoonlijk niveau maakt het ons leven een stuk makkelijker, maar tegelijkertijd versterkt het ontwikkelingen die op regionaal of (inter)nationaal niveau enorm onwenselijk zijn.

In the past, when preparing to go to the airport from my parents house (in India), someone (usually my dad) would walk about a mile and a half to a local taxi stand to try and book a cab — typically an aging old Ambassador with only the theoretical capability to make the 20-mile journey to the airport — to arrive at a prearranged time, which involved haggling with the driver and then hoping he showed up. Fast forward 20 years, and I was checking in at the airport within 50 minutes of making a single, simple tap on Uber.
While I marveled at the convenience, I also remembered that there are rumored to be about 450,000 new cars on the road in the Delhi capital region as a consequence of Uber. Add another 150,000 from Ola, and you can see why there is smog permanently hovering over Delhi as the traffic crawls like Los Angeles on steroids.

Hoe vormen wij technologie?

Technologie vormt ons dan wel. Maar wij vormen technologie. Dus het is zaak dat we daarover nadenken en invloed uitoefenen. Daarover citeert hij Rosé Eveleth:

“Our world is shaped by humans who make decisions, and technology companies are no different…. So the assertion that technology companies can’t possibly be shaped or restrained with the public’s interest in mind is to argue that they are fundamentally different from any other industry.”

Zoals over de vraag of technologiebedrijven politieke advertenties moeten toestaan, en zo ja: hoe. En welke kaders we willen stellen aan de inzet van gezichtsherkenningssoftware.

Alleen weet ook Om nog niet hoe:

I am quite interested in knowing how — or if — we can evolve from the big tech conundrum we find ourselves in. So far, I am really surprised that none of us have developed any real answers beyond vague proposals to break up the big tech companies and abstract ideas of how we might attempt to control them. What are the concrete steps? What should we be doing to tame these monsters, which are on the loose? But more importantly: What if these are monsters we can’t live without? This is the question that kept coming up in my mind as I traveled to Japan and India.

Wordt vervolgd!

Andy Baio over Snake and Tetris at the same time.

this is brilliant and i hate it

Aargh!! :)

Signalen: delen & verwerken

Als iemand goed is in het dagelijks schrijven op zijn website is het Seth Godin. Gisteren schreef hij over signalen:

Words on paper were a magical interregnum, a low-cost, editable, permanent way to tell a story as completely as we could while limiting ourselves to nothing but a keyboard. But people have always been hungry for more inputs than this, hence the race to deliver content that moves on its own accord, that spreads more quickly and that activates more visceral reactions than a static book or blog post can.

Aandachtspunt daarbij volgens Seth:

How much effort does the recipient have to put into engagement in order to receive this message?

Dat is de kracht van Twitter, natuurlijk. Makkelijk te delen, makkelijk te verwerken.

Vissers van Barfleur

[gallery link=“file” columns=“2” size=“medium” ids=“752,753,754,755,756,757,758,759,760”]