Waarom je ‘moet’ bloggen

Bloggen. Ja, bloggen. Het is geen mooi woord, geen woord dat inspireert, maar het idee erachter is dat juist wel: de vrijheid om zelf online te publiceren. Op je eigen site, zonder toestemming te hoeven vragen. Vanuit jouw eigen interesse. En natuurlijk zonder likes of advertenties, of algoritmisch bepaalde afleiding er omheen.

In de inleiding van hét boek over de Nederlandse (we)blog-geschiedenis beschreef Frank Meeuwsen het als:

Een titel, link en tekst. Meer zou je niet nodig hebben om je verhaal te delen met anderen. Weblogs zijn dat in hun meest rudimentaire vorm. Soms kon je zelfs de titel en de link weglaten. Maar die drie elementen zijn de basiselementen die aan de voet hebben gestaan van een van de grootste communicatierevoluties die we hebben gekend.

Sommige mensen gebruiken hun blog om hele verhalen te vertellen, anderen om te delen wat ze hebben geleerd. Soms is het een soort dagboek, andere keren een springplank naar interessante ontwikkelingen op het vakgebied van de schrijver. En altijd is het een plek waar je iemand beter leert kennen.

Tegenwoordig wordt de vorm en inhoud van ons web bijna volledig bepaald door de normen van Amerikaanse internetgiganten. Daar met alle bloggers een heel klein onafhankelijk alternatief voor bieden is een mooi streven. :) Geloof gewoon Brent Simmons:

“The best time to start a blog is 20 years ago. The second-best time is today.”

User onboarding in 2019

Vanochtend bespraken een collega en ik hoe bezoekers meegenomen kunnen worden bij hun eerste gebruikservaring op een nieuwe website. Want, net als bij kennismakingen met mensen en producten, is dat eerste contact bepalend voor de indruk die gebruikers opdoen.

Vaak is het de enige gelegenheid om bij je bezoeker tussen de oren te krijgen wat hij met jouw app of website kan bereiken:

Mario water

Uitleg vooraf of contextueel

Globaal kun je veel gebruikte technieken van user onboarding opdelen in twee categorieën:

  1. Uitleg vooraf. Dit is de meest simpele vorm: als je een app of website voor de eerste keer opent krijg je direct een overzicht van de belangrijkste mogelijkheden. Vaak een tekst, zonder of met afbeeldingen. Soms geavanceerder met als rondleiding door de belangrijkste mogelijkheden.
  2. Contextuele tips tijdens het gebruik. "Just-in-time education", noemt Josh Clark dat.

Het verschil? Met uitleg vooraf belast je de gebruiker met het onthouden van alle mogelijkheden. Contextuele tips helpen gebruikers op het moment dat ze er echt iets mee kunnen. Luke Wroblewski illustreert het:

User onboarding luke wroblewski ios13

Contextuele of “just-in-time” uitleg is natuurlijk veel complexer om te ontwerpen en bouwen. Maar het biedt gebruikers de juiste toegevoegde waarde op het juiste moment.

Gerelateerd:

Hoe software ons vormt

“We shape our buildings, and afterwards our buildings shape us”, zei Churchill ooit.

Een prachtige quote, die breed bruikbaar is. Bijvoorbeeld voor schoolgebouwen, en hoe deze ontworpen zijn op basis van ideeën en behoeften aan het begin van de 20ste eeuw. Maar de vorm van een school verander je niet elk jaar, terwijl die vorm het gebruik bepaalde en bepaalt.

Hetzelfde geldt voor wijken en steden. Op Twitter haalt stadsplanoloog Brent Toderian regelmatig Amsterdam en Kopenhagen aan als voorbeelden van steden die een compleet ander gebruik kennen dan Noord-Amerikaanse. Met veel mensen op straat, goede fietspaden die intensief gebruikt worden en toegankelijke openbare ruimte. Het positieve is dat hij ook illustreert dat dit geen vaststaand feit is: ook Amsterdam en Kopenhagen (en andere Nederlandse steden) werden ooit ingericht als auto-steden. Maar maakten daarna nieuwe keuzes.

Foto van een straat in Amsterdam in 1967 en 2016,

Terug naar software

Net als in scholen, wijken en steden geldt natuurlijk voor software dat het ontwerp ons gebruik bepaalt. Google Maps opent altijd op een kaart met je huidige locatie gemarkeerd en vraagt waar je naartoe wil. Je begint ergens en gaat naar je bestemming. Facebook en Twitter tonen je een eindeloze newsfeed, zonder bestemming. Zodat je hopelijk ook niet stopt. Net als Netflix, waarvan de CEO in 2017 al aangaf dat ‘slaap’ hun grootste concurrent is.

En dat het ontwerp allesbepalend is voor het gebruik geldt niet alleen voor de apps op je smartphone, maar ook professioneel. Juist binnen kantooromgevingen, waar alles al decennia draait om Outlook, mappenstructuren en Office-documenten, zie je dat initiële ontwerpkeuzes en de workarounds die iedereen daarna bedacht heeft, onze huidige communicatie en samenwerking bepalen. Denk aan:

  • Versiebeheer met kopieën naast kopieën, identificeerbaar met cryptische toevoegingen aan bestandsnamen, etc. (denk aan BelangrijkDocument v11 - RG 2-3 ED v5 - 26102019 06112019 Kopie Copy.docx)
  • Het uitgebreid CC-en en BCC-en om iedereen te informeren. Want stel je voor dat niet alle 25 personen die zijdelings betrokken zijn bij jouw project niet op de hoogte zijn van de kleinste details...
  • En de prioritering van individuele mailboxen. Waar team- of projectgerelateerde kanalen vaak logischer zijn.

Voor al die problemen zijn ook alweer prachtige oplossingen bedacht. Van Slack tot Teams, en versiebeheer in Google Docs en Office 365. Maar het zijn oplossingen naast je bestaande digitale ‘gebouw’. De mappenstructuren, documenten en CC-mogelijkheden zijn gelijk gebleven.

Als we dat willen veranderen moeten we nieuwe keuzes maken over welke mogelijkheden we gebruikers willen bieden. Door restricties te stellen en daarbij nieuwe mogelijkheden te bieden. Bijvoorbeeld door:

  • Bij het kopiëren van een document de mogelijkheid te bieden in plaats daarvan een nieuwe versie te maken.
  • Zodra iemand in een e-mail een derde persoon in de CC toevoegt de inhoud van het 'Nieuw bericht'-scherm automatisch te publiceren naar een besloten kanaal, en alle geadresseerden daar direct lid van te maken.
  • Het controleren van individuele mailboxen te beperken tot een bepaalde tijdsperiode per dag. Waar project- en teamkanalen meer of altijd beschikbaar zijn (al is dat vraag of e-mail überhaupt een goed idee is).

Zodat het gebruik zo verandert dat het beter aansluit op onze daadwerkelijke behoeften.

Gerelateerd: Wegen veroorzaken files. How Time Measurement changed Society

Rood met witte stippen

Foto van een paddestoel, rood met witte stippen

Indie software waar ik voor betaal

Sinds we allemaal een smartphone hebben installeren we veel apps (die we vaak niet blijven gebruiken) en zijn we altijd online. Veel mensen betalen liever niet voor software, maar voor waardevolle apps en diensten doe ik dat graag. Dit zijn mijn favorieten.

Diensten

  • Feedbin (i.c.m. Reeder). Ik gebruik al bijna 15 jaar RSS readers om op de hoogte te blijven van nieuws en blogs. Feedbin werkt heerlijk, wordt ondersteund in de meeste RSS apps, en is lekker opinionated.
  • Todoist. Om overzicht te houden van projecten en openstaande acties gebruik ik een todo app. Todoist is flexibel, heeft een goede web app, maar ik heb wel het gevoel dat ik er nog niet uit haal wat er in zit.
  • Fastmail. Nee, ik hoef geen gepersonaliseerde advertenties om mijn e-mails heen. En bij Fastmail kan ik mijn eigen domein gebruiken, met echte IMAP-ondersteuning en een solide web interface.
  • Netflix en NPO Start Plus. Momenteel althans. Vermaak komt op TV en andere schermen binnen via de streaming-diensten. Want wie kijkt nog de halve avond reclameblokken? Wel ben ik er vrij pragmatisch in: maximaal twee streaming-abonnementen, en ik switch als er op een andere dienst een goede serie beschikbaar is die ik graag wil zien. (Met enige streaming stress... )
  • 1Password. Iedereen moet een password manager gebruiken om sterke wachtwoorden te genereren, syncen tussen je devices en veilig in te loggen op je telefoon, tablet of laptop.
  • Backblaze. Voor versleutelde back-ups van mijn laptop naar de cloud. Lang deed ik het alleen met back-ups naar een externe schijf, die dan soms naar familie werd verplaatst. De externe harde schijf is er ook nog steeds, maar dat nu een volledige kopie veilig in Backblaze staat is een geruststelling.

Apps

  • Reeder voor iOS. Voor mij zijn Reeder en Unread de beste RSS reader apps op iOS. De laatste Reeder-versie is mijn favoriet.
  • Overcast. Erg goede app voor podcasts op iPhone of iPad. En met de intelligente Smart Speed en Voice Boost features bespaar je tijd en klinken minder goed geproduceerde podcasts een stuk beter.
  • Tweetbot voor iOS. Gewoon de beste Twitter app op iPhone en iPad.
  • Linky. Maakt het makkelijk om snel links naar Twitter (en Mastodon) te delen.
  • Feed Hawk. Nog zo'n kleine app die één ding heel goed doet. Je met één klik abonneren op de RSS feed van een site die je bekijkt.

Voor smartphone-fotografie experimenteer ik ook met Darkroom en Halide. Maar die hebben nog geen vaste plek in mijn workflow gekregen. Hetzelfde geldt voor Snapthread.

(Via Fabio, Ben Werdmüller en Hunter Walk.)

Paddestoelen

Net als in 2017 heb ik vlak voor de eerste nachten vorst mijn camera mee naar het prachtige herfstbos kunnen nemen:

[gallery link=“file” size=“medium” columns=“2” ids=“584,586,587,588,589,590,591,592,593,585”]

Cursor verplaatsen en tekst plakken op iOS 13

Op een touch screen is het nooit heel makkelijk om tekst te selecteren en de cursor te verplaatsen. Maar sinds de upgrade naar iOS 13 ben ik er nog slechter in. Hacker News-gebruiker andrewla legde uit hoe je dit tegenwoordig kunt doen:

Three ways to move the cursor, from most reliable to least:
  1. Hold down space bar and you'll enter a mode where moving your finger moves the cursor.
  2. Drag it from its current location to a new location. This gets finicky, especially if you move your finger out of the text area; the cursor will move to the end of the text, but the highlighted bar that represents where you want to place the cursor will move around on the last line of the text. If there are non-text elements (images, etc.) in the block, then this will be unpredictable in where the cursor ends up. Also your finger blocks the text and there's no more magnifying glass.
  3. Single tap in the text to place the cursor -- but if you tap on a misspelled word, it will go into "suggest replacements" mode. Double tap selects a word, and triple tap selects a paragraph. To select all, you have to have a free cursor (nothing selected) and tap on the cursor itself. To avoid accidentally double-tapping (and thus selecting a word instead of bringing up the context menu) you have to make sure that you wait a beat before tapping again.
To paste (most to least reliable):
  1. Do a three finger unpinch gesture, and it will paste at the cursor.
  2. Enter the select all menu above and tap on the cursor (same caveats) and one of the options will be paste. But very often the second tap will either activate a double-tap (and thus select a word) or move the cursor a little bit, making a precise paste difficult.

‘Gelukkig’ zijn iPhone-schermen tegenwoordig zo groot dat je met drie vingers een ‘unpinch’ kunt doen.

App iconen verplaatsen

Na meer dan 10 jaar smartphones gebruikt te hebben ontdekte Stan Schroeder hoe je het snelst app iconen verplaatst naar een ander scherm:

You hold the icon with one finger and swipe through screens with another.

Dat had ik ook nog niet door, en heb het niet eerder iemand zo zien doen:

(via @bramkoster)

Software kwaliteit: een zure Apple

Iedereen wist 15 jaar geleden al dat je nooit direct nieuwe Windows-versies moest installeren. “Wacht op het eerste Service Pack”, was het devies. Of misschien zelfs tot het tweede. Ook als consument. Voor Apple-gebruikers gold dat iets minder. Maar de laatste jaren is de kwaliteit van software upgrades matig tot slecht. Zo ook weer dit jaar:

Dus als je een iPhone, iPad of Mac hebt is snel upgraden naar nieuwe OS-versies ook niet meer aan te bevelen. Toch is 50% van alle iOS-gebruikers alweer geüpgraded.

Wat ik doe

Dat verschilt nog per platform:

  • Op iOS was ik altijd een early adopter, die vaak al beta's gebruikte op mijn eigen telefoon. Maar op dag 1 upgraden doe ik nu eigenlijk niet meer. Op de nieuwste iPhones werkt de nieuwe iOS-versie meestal wel aardig, maar 2 tot 4 jaar oudere modellen functioneren pas weer echt goed vanaf de derde of vierde punt-update (13.3 of 13.4).
  • Bij macOS ben ik tegenwoordig nog iets voorzichtiger dan vroeger bij Windows: ik wacht minimaal tot de eerste update met bugfixes (10.15.1 in dit geval), ga dan onderzoeken welke problemen er nog spelen bij voor mij essentiële apps (zoals die van Adobe), en waag de upgrade pas als er geen grote issues meer zijn.

Software upgrades, ze blijven tijdrovend en risicovol. Daar staan bugfixes, een veiliger OS en enkele nieuwe mogelijkheden tegenover. En daarom toch bijten we ons telkens weer door de zure Apple appel heen.

(Maar laten we het niet over de Macbook-hardware hebben…)

Longread van de Volkskrant-wetenschapsredactie over hoe de zorg zich schrap zet voor ‘de horrorgriep’.

Terwijl miljoenen Nederlanders zich deze weken weer melden voor hun griepprik, oefenen ziekenhuizen en ambulancediensten op rampscenario’s. Om te voorkomen dat, zoals twee jaar geleden wel gebeurde, de griepgolf medisch Nederland platlegt.

Erg boeiend. Ik had geen idee dat hier ook op geoefend werd.

Slim zoeken bij gezondheidsklachten? Google niet op symptomen

Bijna iedereen die gezondheidsklachten heeft Google’t daar wel even over. 85% Procent (PDF, 310 KB), volgens onderzoek van het CBS. En vaak word je dan niet gerustgesteld.

Cyberchondrie

In een sterk en persoonlijk verhaal legt Ruben Mersch in De Correspondent uit waar dat door komt:

Cyberchondrie heet dat, denken dat je een ernstige aandoening hebt nadat je enkele veelvoorkomende symptomen op internet opzocht. Een jaar of tien geleden besloten enkele onderzoekers van Microsoft dit fenomeen verder te bestuderen. Ze analyseerden de (geanonimiseerde) zoekgeschiedenis van duizenden internetgebruikers en ondervroegen honderden personen over hun zoekgedrag.

Ongeveer één op de drie zoekacties naar veelvoorkomende symptomen escaleerde naar ernstige aandoeningen, zo ontdekten ze.

Maar online symptomencheckers bleken maar in iets minder dan ⅓de van de gevallen de juiste diagnose te stellen. Onbetrouwbaar dus.

Zoek niet op symptomen

Ruben’s tip: zoek niet op symptomen. Want:

  • Zoekmachines corrigeren helaas niet voor hoe zeldzaam ziektes zijn, dus als je zoekt op hoofdpijn zijn voor Google 'hersentumor' en 'een kater' even relevant.
  • Wij mensen hebben last van 'confirmation bias'. Als we denken dat we iets hebben, gaan we proberen dat idee te onderbouwen.

Wat kun je dan wel doen? Kijk eerst op de betrouwbare website Thuisarts.nl*:

Het Nederlands Huisartsen Genootschap – ik noemde het al eerder – is een van de organisaties die kritisch de medische literatuur doorlicht. Hun conclusies zijn nogal technisch en vooral bedoeld om huisartsen up-to-date te houden. Maar ze vertalen deze conclusies ook in normalemensentaal en deze vind je op Thuisarts.nl

Is er meer aan de hand?

Begin dan bij de diagnose

Zorg dat je (huis)arts een diagnose stelt. En als je dan een medicijn geadviseerd krijgt wat je misschien niet helemaal vertrouwt, ga dan op onderzoek uit op betrouwbare websites.

  • Die diagnose van je huisarts kun je ook terugvinden op Thuisarts.nl. En daar vind je onderaan de pagina links naar meer informatie die je kunnen helpen.
  • Een ander aanknopingspunt is het geadviseerde medicijn. Of dat voor jouw aandoening echt werkt kun je vaak terugvinden in resultaten van klinische studies. Merknamen van medicijnen helpen je vaak niet verder, maar op Het Farmacotherapeutisch Kompas kun je vinden welke actieve stof in het geadviseerde medicijn zit.
  • Daarmee kun je bijvoorbeeld ook internationaal veel informatie terugvinden. Bijvoorbeeld op de website van het Cochrane Institute, een van oorsprong Brits instituut voor onafhankelijke medische informatie. Die bieden voor ons niet-medici per onderwerp ook een 'plain language summary'. Handig. :)

Daarmee kun vaststellen of het geadviseerde medicijn ook echt werkt bij de aandoening past. En weer in gesprek gaan met je huisarts als je toch twijfelt.

*Thuisarts.nl is een website van mijn huidige werkgever. Dus hier geldt het “Wij van WC-eend"-principe. ;-)

Happy Internet Day!

Ons internet bestaat vandaag 50 jaar. Frank beschrijft hoe het begon:

Vandaag is het 50 jaar geleden dat het eerste bericht tussen twee computers werd verstuurd, over een afstand van zo’n 500 kilometer. Dit zou het begin zijn van het internet. Het verstuurde bericht was eerlijk gezegd weinig verheffend. Na de eerste twee letter L-O liep het systeem vast. Waarmee direct de eerste internet crash een feit was. Maar vanaf dat moment ging het alleen maar voorwaarts en is het internet ontstaan zoals we het nu kennen.

Ton heeft zelfs een foto van het logboek waarin de eerste online communicatie werd beschreven.

Nu weten we wat het uiteindelijk teweeg heeft gebracht. Maar de mensen achter ARPANET (de voorloper van het internet) hadden al best een idee van de potentie:

Back in 1969, a UCLA press release touted the new ARPANET. “As of now, computer networks are still in their infancy,” it quoted Kleinrock as saying. “But as they grow up and become more sophisticated, we will probably see the spread of ‘computer utilities,’ which, like present electric and telephone utilities, will service individual homes and offices across the country.”

Dolor y Gloria

Filmposter van de film Dolor y Gloria

Gisteren eindelijk Pedro Almodovar’s Dolor y Gloria gezien. Prachtige, gedeeltelijk autobiografische film over ouder worden. Pauline Kleijer schreef erover in de Volkskrant:

‘Zonder het filmen heeft het leven geen zin’, zegt Salvador Mallo (Antonio Banderas), een filmregisseur met een grote staat van dienst. Door een scala aan lichamelijke en psychische klachten werkt hij al tijden niet meer. Wat valt er dan nog te beleven? Steeds dieper zakt Mallo in een depressie, op zoek naar steeds sterkere middelen om zijn pijn te verzachten.

Ouder worden, het is niks voor Mallo. In zijn uitbundig ingerichte appartement in Madrid, dat uitpuilt van de schilderijen en andere mooie spullen, verliest hij zich in herinneringen aan vroeger. Het ontluiken van verlangen, de band met zijn moeder, een dramatische liefdesrelatie met een heroïneverslaafde. De flashbacks in Pedro Almodóvars nieuwe film Dolor y gloria (‘pijn en glorie’) zijn meer dan een kijkje in Mallo’s verleden: ze vormen samen een aantal prachtige, weemoedige korte verhalen.

Aanrader.

Don’t care about cameras

Lukasz Palka vraagt zich in ‘I don’t care about cameras’ af:

Do writers talk endlessly about typewriters and pens and Moleskine notebooks? Then why should we as photographers obsess over such things? Don’t worry about cameras—focus on ideas. Get out and shoot.

Zie ook: The Best Camera.

Gisteravond ben ik eindelijk begonnen aan de My Dad Wrote a Porno podcast. Fantastisch, vooral dankzij Alice Levine.

Logo van de podcast My Dad Wrote A Porno

“Easily passes the six laugh test”, zou @KermodeMovie zeggen. Alleen kijken mensen in de trein wel raar naar je om als je de hele tijd zit te grinniken en regelmatig zomaar in lachen uitbarst.

On meetings

Tim Harford:

Some meetings are to transfer information, some to allow discussion and some to reach a decision or resolve a problem. There are committee meetings that exist to satisfy some rule or regulation. I am on such a committee, and find it useful as a reminder not to sign up for any other committees. Then there are the meetings that exist purely for the sake of meeting. Don’t dismiss them; there’s nothing wrong with consenting adults enjoying a coffee break together. There doesn’t always need to be a reason.

Purple Haze

Paarse heide op de Posbank

Chris Shiflett:

The best time to make a personal website is 20 years ago. The second best time to make a personal website is now.

Why We All Need a Personal Website – Plus Practical Tips for How to Build One.

Computer vision vs. visual computer input

This article almost got lost among all of the 144 (!) browser tabs on my phone. In it, Benedict Evans highlights how a few different technical developments are coming together allowing computers to see

The combination of a flood of cheap image sensors coming out of the smartphone supply chain with computer vision based on machine learning means that all sorts of specialized inputs are being replaced by imaging plus Machine Learning.

It will take some years, but computers will learn to understand and act upon visual inputs, instead of just capturing them. And that will change computing again.

Head in the clouds

Mountains reaching through the clouds

Personal resilience

In Put down the self-help books. Resilience is not a DIY endeavour, Michael Ungar explains which factors are important for personal resilience:

Striving for personal transformation will not make us better when our families, workplaces, communities, health-care providers and governments fail to provide us with sufficient care and support. The science shows that all the internal resources we can muster are seldom of much use without a nurturing environment. Furthermore, if those resources are not immediately at hand, we are better off trying to change our world to gain those resources than we are trying to change ourselves.

Do read the entire article.