Ton Zylstra en collega’s zijn van Slack op Rocket.chat overgestapt. Rocket.chat is een open source alternatief voor Slack of Hipchat, dat hen een aantal voordelen biedt:
Ze hebben nu complete controle over hun data. De kosten (voor hosting) zijn vanaf 2 gebruikers al lager dan de kosten voor hun Slack-abonnement. Overheidsklanten waarvan data niet in Amerika kon worden gehosten kunnen nu ook betrokken worden via Rocket.chat kanalen. De nadelen:
Regelmatig herlees ik het internationale onderzoek van de OECD naar digitale vaardigheden, en met name Jakob Nielsen’s samenvatting en vertaling naar user experience research.
Dat laat zien hoe groot de verschillen qua digitale bekwaamheid eigenlijk zijn, en hoe belangrijk gebruikersonderzoek en het daarbij horende empathische vermogen is. Iedereen die dit leest zit waarschijnlijk op niveau 3 (de top 5-7%), maar wij zijn een uitzonderlijke groep.
Zoals Jakob Nielsen stelt:
One of usability’s most hard-earned lessons is that you are not the user.
In Big Tech & people: a complicated relationship of convenience beschrijft Om Malik onze moeizame relatie met technologie.
Op persoonlijk niveau maakt het ons leven een stuk makkelijker, maar tegelijkertijd versterkt het ontwikkelingen die op regionaal of (inter)nationaal niveau enorm onwenselijk zijn.
In the past, when preparing to go to the airport from my parents house (in India), someone (usually my dad) would walk about a mile and a half to a local taxi stand to try and book a cab — typically an aging old Ambassador with only the theoretical capability to make the 20-mile journey to the airport — to arrive at a prearranged time, which involved haggling with the driver and then hoping he showed up.
Als iemand goed is in het dagelijks schrijven op zijn website is het Seth Godin. Gisteren schreef hij over signalen:
Words on paper were a magical interregnum, a low-cost, editable, permanent way to tell a story as completely as we could while limiting ourselves to nothing but a keyboard. But people have always been hungry for more inputs than this, hence the race to deliver content that moves on its own accord, that spreads more quickly and that activates more visceral reactions than a static book or blog post can.
Zijn wij, de 5 miljoen Nederlandse kenniswerkers, eigenlijk goed in kenniswerk? Het is een interessante vraag. Maandag schreef Marco Derksen over de documentaire Kenniswerk, en wat daarin wordt onderzocht:
De documentaire over kenniswerk geeft niet alleen een antwoord op de vraag wat kenniswerk is, het laat je vooral nadenken over de vraag of we de (internet) technologie op dit moment wel op de juiste manier gebruiken. Kijken dus! Dat ga ik zeker doen.
Met een beetje geluk heb je succes in het leven. Dat hangt maar voor een klein deel van talent en doorzettingsvermogen af.
Zo is jouw inkomen vooral afhankelijk van waar je woont (PDF), en de inkomensverdeling in dat land. En heb je de meeste kans om profvoetballer te worden als je in de eerste maanden van het jaar geboren bent. Puur omdat trainers veelal op fysiek selecteren. Ben je vlak voor de afkapdatum voor een schoolklas jarig (in veel landen augustus), dan is de kans dat je ooit CEO (PDF) wordt veel kleiner.
Ben Thompson:
What makes Apple so brilliant from a business perspective is that it has managed to, via hardware and software integration, earn monopoly profits in a way that would not normally be classified as a monopoly.
Vaak vergeet ik het, maar soms komt er toevallig iets voorbij waardoor ik me het belang van standaarden weer realiseer. Onze maatschappij draait op standaarden. Vier voorbeelden:
48 Jaar geleden werd afgesproken dat e-mails van het ene wetenschappelijke instituut afgeleverd moesten kunnen worden in de mailbox van een ander instituut. Waardoor het mogelijk werd om e-mails uit te wisselen tussen verschillende organisaties. Anders had je nooit vanaf je Gmail-account naar een Hotmail-adres kunnen mailen.
Het Pew Research Center onderzocht hoe Amerikanen tegenwoordig aankijken tegen privacy en dataverzameling.
Overal gevolgd. Van de geraadpleegde Amerikanen gelooft 62% dat het niet mogelijk is hun dagelijkse leven te leiden zonder dat bedrijven en overheden data over hen verzamelen. Risico's overstijgen de voordelen. En 81% is van mening dat de potentiële risico's van die dataverzameling door bedrijven niet opwegen tegen de voordelen (veelal: gemak). Bij dataverzameling door overheden vindt nog steeds 66% dat.
Net als veel andere online gelijkgestemden schrok ik toen donderdag bleek dat 1Password, een van mijn favoriete apps, 200 miljoen dollar aan groeigeld had opgehaald.
Om Malik stelt ons op zijn blog een beetje gerust:
If you ask me, money won’t ruin 1Password. There are precedents for this sort of thing: Atlassian was a private, self-grown business that thrived for years before it took venture capital and then went public.
De laatste paar jaar lijkt het alsof er weer meer persoonlijke websites worden opgestart. Vaak uit irritatie over hoe extreem sociale media zijn geworden, of omdat men zich weggedrukt voelt door het algoritmisch geweld van de grote platformen. Wat de reden ook is, ik vind het een goede ontwikkeling.
Eigen plek op het web Nog interessanter is het om op een rij te zetten wat voor mij, naast de vrijheid, de toegevoegde waarde van een eigen website is.
We voelen ons lekkerder als we buiten zijn. En uit meerdere onderzoeken blijkt dat we er ook gezonder van worden.
Bij de London School of Economics onderzochten ze dat met een speciale smartphone app die de locatie registreerde waarop deelnemers hun geluksniveau doorgaven. En:
Spending time by the sea is one of the keys to happiness (..). Aan de kust waren deelnemers dus het gelukkigst. Daarna volgden bergen en heuvelgebieden, en bossen en boerderijen.